Rollin White
Wie hij was en waarom we hem zouden moeten kennen
08/03/2019
Bijna iedereen kent de namen Horace Smith en Daniel Wesson, de fameuze oprichters van de Smith & Wesson corporation. Maar weinigen hebben wel eens gehoord van Rollin White ondanks het feit dat zijn naam nauw betrokken is bij die van Smith & Wesson.
Rollin White, geboren op 6 juni 1817 in Williamstown, Vermont kwam al vroeg in contact met het fabriceren van vuurwapens in het atelier van zijn broer J.D. White. Vanaf 1837 leerde hij daar dan ook het vak van wapensmid. In 1849 gingen de broers voor Colt’s Firearms Manufacturing Company als sub-contractors aan de slag met het fabriceren van percussie revolver cilinders. In de jaren die volgden begon Rollin White in hun atelier eigen ideeen uit te werken om het laden van revolvers sneller te maken.
In die tijd waren alle revolvers nog percussie wapens en het laden hiervan was een tijdrovende bezigheid. Wel waren er papieren patronen die het laden iets versnelden maar nog steeds moest de cilinder kamer voor kamer geladen worden door een ritueel van patroon inbrengen, kogel aandrukken door middel van de hefboom en daarna een slaghoedje aanbrengen op ieder schoorsteentje. Het is dus niet verwonderlijk dat velen naar verbeteringen op dit vlak zochten. Het idee van Rollin White was om het laden van de papier patronen te mechaniseren. Hij plaatste een magazijn die de patronen bevatte aan de achterzijde van de revolver in het verlengde van de cilinder. De cilinder moest dus volledig van de voor- tot achterkant doorboord worden om het laden van de patronen via de achterzijde van de cilinder mogelijk te maken. Een laadarm stond via een tandwiel in verbinding met de haan. Als de haan werd gespannen, dan werd de laadarm in een voorwaartse beweging gebracht waardoor een patroon via het magazijn in de cilinder werd geduwd.
Het mag duidelijk zijn dat aan dit ontwerp nogal wat haken en ogen zaten. Het is zeer waarschijnlijk dat bij deze constructie de achterkant van de cilinder niet goed afgesloten kan worden om te voorkomen dat de bij het afvuren van het wapen de vlam overslaat naar de naastgelegen kamers. Daarnaast is het de vraag hoe het ontstekingsmechanisme moest werken. In het design van White werd een enkele vaste schoorsteen op het frame geplaatst. Dit betekende dus dat voor elk schot een nieuw slaghoedje moest worden aangebracht en dus véél trager zou zijn dan de bestaande percussie revolvers!
White patenteerde zijn uitvinding op 3 April 1855 onder US-patent 12648.
Hij liet ook nog een variant registreren onder US-patent 12649. In deze variant werd het patroon magazijn vóór de cilinder werd geplaatst!
Toen White zijn uitvinding aan Colt presenteerde, was het ook niet verwonderlijk dat het hele design door Colt werd afgewezen als véél te complex en compleet onwerkbaar.
In dezelfde periode werkten Horace Smith en Daniel Wesson aan het ontwerp van een revolutionaire vestzak revolver. Dit was de allereerste revolver die een metalen randvuur patroon kon afvuren. Toen de beide heren hun uitvinding wilden patenteren kregen ze te horen dat een zekere Rollin White al een patent had op een volledig doorboorde cilinder welk een essentieel element in het design was van Smith & Wesson om de patronen via de achterzijde van de cilinder te kunnen laden.
Smith & Wesson zochten dus contact met Rollin White en sloten op 17 November 1856 een deal met hem. Rollin White die allang blij was om geld te maken met een door Colt betiteld “waardeloos” design, gaf aan Smith & Wesson een exclusief recht op het deel van het patent 12648 dat de doorboorde cilinder betrof. Hij kreeg hiervoor in ruil een éénmalige royalty van 500$ en een royalty van 25 cents voor elke door Smith & Wesson geproduceerde revolver. Daniel Wesson die uit ervaring wist dat het beschermen van een patent erg lastig is, dwong af dat Rollin White zijn patent moest verdedigen tegen inbreuk van concurrenten. Daarnaast mocht Rollin White zijn patent niet zelf gebruiken voor het fabriceren van revolvers. Met dit akkoord kregen Smith & Wesson dus de volledige monopolie op patroon revolvers voor de komende 12 jaar.
De Amerikaanse burgeroorlog creëerde een enorme vraag naar kleine vest- en gordel- revolvers. Smith & Wesson deden gouden zaken en konden de vraag niet bijbenen. In 1861 begon Rollin White een eigen revolver productie onder de naam “Rollin White Arms Company” in een fabriek in Lowell, Massachusetts. Ongeveer 4300 revolvers zijn onder deze naam geproduceerd die allen verkocht werden aan Smith & Wesson om aan de vraag te voldoen. White liquideerde het bedrijf in 1864 en alle inboedel werd verkocht aan de Lowell Arms Company welke direct begon met het produceren van revolvers die inbreuk maakten op White’s patent. White klaagde hun aan maar pas nadat ze zo’n 7500 revolvers hadden geproduceerd.
White vocht patent inbreuk aan tegen velen partijen zoals Allen & Wheelock, Manhattan Firearms Company, Merwin & Bray en de National Arms Company. De rechtbank besloot meestal in het voordeel van White maar stond vaak toe om productie voort te zetten tegen betaling van een royalty. In sommige gevallen werden de gefabriceerde wapens door Smith & Wesson overgenomen. De revolvers werden dan gemarkeerd met “APRIL 3 1855” als patent datum en verkocht via de distributeurs.
In het geval van Allen & Wheelock besloot de rechter in November 1863, na een langduringe rechtzaak, dat Ethan Allen alle productie van patroon revolvers, zowel de randvuur alswel de lipfire, moest staken.
Alhoewel contractueel door Smith & Wesson verplicht, ontbrak bij Rollin White de motivatie om patent inbreuk aan te vechten omdat dit vaak uitliep op dure rechtszaken. Een deel van de door Smith & Wesson betaalde patent royalty’s ging hier dan ook aan op.
In 1867, enkele jaren voor het verlopen van het patent, hebben White en Smith & Wesson geprobeerd het patent voor 1 miljoen dollar aan Colt te verkopen. Alhoewel Colt stond te springen om met de productie van patroon revolvers te beginnen, kaatste Colt het aanbod toch af en besloot te wachten tot de verloopdatum.
Rollin White heeft nog geprobeerd om het patent te verlengen maar toen dit op niets uitliep heeft hij verzocht via het Congress te lobbyen en verhaal te halen omdat hij vond dat hij niet correct gecompenseerd was door Smith & Wesson. Dit is geregistreerd onder Relief act Bill 273. Hijzelf had niet meer dan 71000$ aan royalty’s ontvangen terwijl Smith & Wesson meer dan 1 miljoen dollar aan “zijn” uitvinding hadden verdiend. White’s verzoek werd echter door president Grant aan de kant gezet. Grant beriep zich op uitlatingen van Chief of Ordnance Alexander Brydie Dyer die stelde dat White’s patent aanvechtingen tijdens de Amerikaanse burgeroorlog een groot nadeel hebben opgeleverd voor de Union forces omdat geen enkele andere wapenfabrikant het leger kon uitrusten met patroonrevolvers.
Rollin White is overleden op 22 Maart 1892 in Lowell, Massachusetts